De Congolese Holocaust en de Koning Leopold II, de Belgische Hitler

De misdaad

Tussen 1880 en1910 kwamen in de voormalige “Belgische” Congo ongeveer 10 miljoen mensen om het leven als gevolg van de onderdrukking en uitbuiting door het Belgisch kolonialisme. Het verhaal van de Congolese Holocaust is zo schokkend vanwege de omvang en de manier waarop miljoenen Afrikaanse levens zijn verwoest door de Belgische Hitler Leopold II.

De voorbereiding

De Belgische staat is laat ontstaan. Aanvankelijk was het gebied deel van Nederland, maar in een opstand van het zuidelijk deel tegen het Noorden in 1830 ontstaat de Belgische staat. De Belgische elite wist te voorkomen dat het land een democratie werd waarin het volk haar eigen staatshoofd mag kiezen. Gesteund door de Britten, die eerder oorlogen voerden tegen de Nederlanders, werd Leopold Joris Christiaan Frederik Saksen-Coburg-Saalfeld door een conferentie van Europese concurrenten van Nederland – Groot-Brittannië, Pruisen, Oostenrijk en Rusland – tot Koning van België aangesteld.

De zoon en opvolger van Leopold I, Leopold II, was een sluwe crimineel. De Britten hadden in 1834, één jaar voor de geboorte van Leopold II, de juridische slavernij afgeschaft in hun koloniën. Leopold II nam in 1865 de troon over van zijn overleden vader. In Engeland en Frankrijk was er in de tweede helft van de negentiende eeuw een beweging tegen afschaffing van de slavernij niet in andere Europese koloniën (Frankrijk, Spanje, Portugal, Nederland, Amerika), maar tegen de zogenaamde Arabische slavernij in Afrika.[1] In die beweging zag Leopold zijn kans om in 1876 een ‘humanitaire’ organisatie op te zetten – de Internationale Afrikaanse Vereniging – die zich tot doel stelde om de ‘Arabische slavernij’ in Centraal Afrika af te schaffen.

In 1863 was slavernij afgeschaft in de Nederlandse koloniën en in 1865 in de Verenigde Staten van Amerika. Afrika was niet belangrijk meer als bron van mensen die tot slaaf werden gemaakt. Europeanen ontdekten dat het continent andere schatten had: grondstoffen (goud, hout) en land met mensen die daar tot slavenarbeid konden worden gedwongen. In 1885 organiseerden Europese machten een conferentie in Berlijn met als thema: de bestrijding van de Arabische slavernij in Afrika. Afrikanen waren niet uitgenodigd. Europeanen besloten vervolgens om het continent op te delen in gebieden die gekoloniseerd werden door de deelnemende staten. Alleen één gebied – Congo – werd toegekend aan een particulier, de Belgische crimineel Leopold II. Het gebied was 76 keer groter dan België (en groter dan Engeland, Frankrijk, Duitsland, Spanje en Italië tezamen) en was ééndertiende van de totale oppervlakte van Afrika. De kolonisatie werd gerechtvaardigd met het argument dat de Arabische slavernij zou worden bestreden en de Europeanen het beschavingsniveau van Afrika zouden verhogen. De Afrikanen waren niet naar hun mening gevraagd.

Landroof

In 1885 werd formeel de Kongo Vrijstaat geproclameerd door Leopold II met de bepaling dat alle “leegstaande” gronden eigendom waren van hem. De crimineel bepaalde wanneer er sprake was van leegstand. In de praktijk werd het land met alle grondstoffen eigendom van de Belgische Hitler.

Die verdeelde het uitgestrekte land in kavels die in concessie werden gegeven aan particuliere ondernemingen. Zij mochten de grondstoffen ontginnen. Deze ondernemingen werden opgezet veelal door Belgen. Meestal had Leopold II 50% van de aandelen van de ondernemingen. Anderen brachten de overige 50% van de aandelen in met liquide middelen. Naast de opbrengsten uit de ondernemingen ontving hij persoonlijk ook de opbrengsten uit belastingen en heffingen die de ondernemingen moesten betalen aan Kongo Vrijstaat.

Afrikaans land was nu geroofd door een witte crimineel die 6000 km verder woonde en een systeem ging opzetten die 10 miljoen zwarte levens zou eisen van een bevolking van 20 miljoen.

De inrichting van het systeem voor de Congolese Holocaust

Het systeem voor de Congolese Holocaust werd gebouwd op een aantal pijlers.

De basis was een goed bewapend privé-leger, de Force Publique, met witte officieren en zwarte soldaten. Het leger was de basis van het systeem. Zonder een leger kon een kleine groep witte mensen hun wil niet opleggen aan een meerderheid van de bevolking. Het leger zette langs de rivieren een serie militaire basissen op. In 1906 waren er 313 van zulke basissen om de bevolking in de dorpen te controleren. De zwarte soldaten werden gerekruteerd op basis van een gedwongen dienstplicht. Een ijzeren discipline hield ze in het gareel.

De tweede pijler van het systeem was een infrastructuur voor transport. Het begon met de inzet van stoomboten waarmee het land en de rivieren in kaart werden gebracht. In 1887 werd begonnen met de aanleg van een 350 km lange spoorlijn.

De derde pijler was medische kennis. Die werd niet aangewend om Congolezen beter te maken, maar om de witte kolonialisten te kunnen genezen van tropische ziektes als malaria en gele koorts.

De vierde pijler was de controle op de bewegingsvrijheid van de mensen. Naast de Force Publique hadden individuele bedrijven hun eigen milities (“sentries”). Wie een familie of vriend in een ander dorp wilde bezoeken moest over een pasje beschikken van de onderneming of de Force Publique. Om te controleren of arbeiders voldoende rubber hadden geproduceerd (zie verder) werd een koord met een metalen plaat om de nek gehangen voor degenen die hun quota hadden gehaald. Het systeem was gebaseerd op terrorisme.

Het motief van misdadiger van de Congolese Holocaust

Het motief van de misdadiger Leopold II was simpel: hebzucht. Door hebzucht heeft hij miljoenen Congolese levens verwoest. De Belgische Hitler begon met de ivoorhandel. Congolezen die vroeger op olifantenjacht gingen voor hun ivoor werd verboden om zelf te jagen. Leopold zette een systeem van commissies op waarbij zwarte jagers in plaats van geld kleding of kralen kregen. De witte tussenhandelaren kregen een deel van de geldelijke opbrengsten van ivoor. Ze organiseerden jachtpartijen op olifanten, kochten slagtanden of roofden ze gewoon zonder betaling van dorpelingen.

Maar het belangrijkste product voor Leopold II was rubber. De toepassing van rubber op de transportindustrie (auto’s, (brom)fietsen, isolatiemateriaal in telegrafie, telefonie en elektronische industrie) leidde tot een enorme vraag naar rubber. Half Congo bestond uit rubberbomen. Leopold II had de jackpot gewonnen met dit zwarte goud. De exploitatie van rubber vereist geen investeringen in technologie, bemesting of duur apparatuur. Zij vereiste arbeiders, maar Congolezen waren niet van plan gratis te werken voor witte Belgen uit Europa. Dus moesten ze gedwongen worden. In 1892 schreef Louis Chaltin, een officier van de Force Publique, in zijn dagboek: “De inboorling houdt er niet van om rubber te produceren. Hij moet ertoe gedwongen worden.”[1]

De Congolese Holocaust

De eerste grote groep slachtoffers van de Congolese Holocaust waren sjouwers, mensen die van alles en nog wat moesten dragen in de jungle: munitie, ivoor, voedsel (inclusief wijn en paté), materieel etc. Soms werden ze betaald, maar vaak genoeg werden ze onder dwang tewerkgesteld: mannen, vrouwen en zelf jonge kinderen van 7-9 jaar. Een ambtenaar die een groep sjouwers gadesloeg die zijn spullen moesten sjouwen, tekende aan in zijn memoires: “Een rij van arm drommels, getekend aan de nek, droeg mijn koffers en dozen naar het dok. ‘Er waren ongeveer honderd van hen, bevend en angstig voor de opzichter… hun huid versleten afgezoomd met diepe littekens, bedekt met etterende wonden; hoe dan ook, ze deden wel wat ze moesten doen.”[2]

De dragers en de zwarte soldaten die gerekruteerd worden waren feitelijk tot slaaf gemaakt. Leopold had een systeem omgezet om witte ambtenaren een bonus te geven voor iedere Congolees die werd overgedragen aan de Force Publique om onder dwang te werken als sjouwer of soldaat. Deze ambtenaren sloten deals met corrupte zwarte stamhoofden die collaboreerde in het tot slaaf maken van dun dorpsgenoten. De mensen werden vervolgens gekidnapt.

Onder het mom van het afschaffen van de Arabische slavernij werd feitelijk de witte Europese slavernij weer ingevoerd.

Het dodental onder deze groep was heel hoog. Paul Lemarinel, een districtscommissaris, merkte in 1891 op dat van de driehonderd sjouwers die op een gedwongen mars van 965 km naar een op te zetten militaire post niemand levend terugkeerde.[3]

Een tweede groep slachtoffers waren de arbeiders. Ze werkten zich dood. Er was een quota-systeem ingesteld per dorp en per man. Charles Lemaire, een districtscommissaris schreef: “Om rubber te kunnen verzamelen moesten handen, neuzen en oren afhakken.”[4] Het afhakken was bedoeld om andere arbeiders te intimideren. Een officier van de Force Publique formuleerde het zo: “Ik vermoord honderd mensen en laat vijf honderd leven.”[5] Die vijfhonderd zullen met angst in hun hart werken om hun quota te halen. De wreedheid waarmee de moorden gepaard gingen was ongekend. Een arbeider die vijftig manden met rubber had gebracht werd onder het toeziend oog van zijn collega’s werd om het leven gebracht omdat één maand niet helemaal vol was. Hij werd op drie plaatsen gebonden aan een palmboom: zijn voeten, zijn maag en zijn handen die ook nog verbrijzeld werden. Een Belgische officier schoot hem met zijn revolver van 20 meter afstand dood.

Een gevangen genomen Congolees werd door opgeblazen met dynamiet in zijn anus. Een ander werd levend aan een palmboom gehangen met zijn voeten boven de grond. Er werd een vuurtje onder hem gestookt waardoor hij levend werd gekookt. Twee Congolezen kregen hars over hun hoofd gegoten en werden vervolgens in brand gezet. De martelingen en zweepslagen met zwepen gemaakt van harde neushoornhuid hebben veel slachtoffers geëist. De beschrijvingen van de wreedheden zijn hartverscheurend.

Een derde groep slachtoffers bestond uit vrouwen en kinderen. Zwarte vrouwen en kinderen werden door witte mannen gekidnapt om als seksslaven te fungeren. De belangrijkste aanslag op e vrouwen was de gijzeling. Soldaten gingen de dorpen in, gijzelden de vrouwen en dwongen de mannen om hun productiequota’s voor rubber te behalen. Als ze dat niet deden werd hun vrouw of kind gedood. Hun hand werd vervolgens afgehakt als bewijs dat ze door een kogel was gedood. Het aantal kogels moest overeenkomen met het aantal afgehakte handen zodat de witte officieren konden controleren dat de kogels niet verspild waren aan de jacht of om een opstand voor te bereiden. De afgehakte handen werden boven een vuur gerookt zodat ze nog goed bleven tijdens het transport naar de kazernes of verzamelpunten waar de telling plaatsvond van munitie en handen.

Vaak gingen de gijzelingen gepaard met de vernietiging van dorpen de moord op mensen die zich verzetten tegen de gijzeling. De voedselproductie ging omlaag (vrouwen speelden hierin een belangrijke rol). Dat leidde weer tot hongersnoden en ziektes.

Het verzet en de logica van onderdrukking

Deze brute onderdrukking en uitbuiting leidden ook tot verzet. Sommige soldaten probeerde via muiterij in opstand te komen. Ze vermoorden witte officieren, staken kazernes in brand en begonnen op kleine schaal een guerrilla. Dorpen kwamen in verzet tegen legereenheden die hun kwamen onderwerpen. Het verzet duurde soms lang maar werd uiteindelijk altijd et bruut geweld gebroken.

Je zou je kunnen afvragen of waarom op zo’n grote schaal een bevolking werd vermoord, terwijl Leopold II arbeidskrachten nodig had? Het antwoord op deze vraag heeft drie componenten.

In de eerste plaats was de hebzucht van Leopold grenzeloos. Die hebzucht hebben we gezien in het systeem van de Zwarte Holocaust in de Amerika’s en de Inheemse Holocaust. Die grenzeloze hebzucht verdrijft iedere moraliteit en maakt het mogelijk om winst te maken op korte termijn met grote menselijke offers. De korte termijn winst is groter en bevredigt de grenzeloze hebzucht  dan een rationele benadering van de winst op lange termijn.

In de tweede plaats is er een logica in massamoorden. Als eenmaal een systeem is opgezet voor terrorisme en massamoorden dan krijgt het een eigen logica. De menselijke wreedheid komt naar boven en krijgt alle ruimte om zich uit te leven. Er ontstaan een cultuur waarin de gedachte overheerst dat het systeem alleen kan functioneren door terrorisme en massamoorden.

De omvang

Het verlies aan mensenlevens tijdens de Congolese Holocaust kan toegeschreven worden aan een combinatie van factoren: moord, hongersnood en uitputting, ziekten en dalende geboorten.

De omvang van de Congolese Holocaust is geschat aan de hand van deze factoren. Het aantal is tien miljoen, meer dan de Joodse Holocaust.[6]

De erfenis

Toen de Congolezen onder leiding van Patrice Lumumba hun onafhankelijkheid bevochten werd de eerste leider van het vrije Congo in een samenzwering van de Amerikaanse en Belgische regering ten val gebracht en vermoord. Zij lichaam werd in stukjes gehakt en in bussen met zoutzuur opgelost.[7] Anders dan de Duitsers hebben de Belgen deze Holocaust nooit erkend en daar excuses voor aangeboden. Ook zijn in tegenstelling tot de Duitsers nooit herstelbetalingen gepleegd aan de slachtoffers.

[1] De zogenaamde Arabische slavernij was niet een slavernij door Arabieren uit het Midden-Oosten, maar door zwarte Afrikanen die zich tot de islam hadden bekeerd en de islamitische klederdracht hadden overgenomen. Etnisch gesproken ging het niet om Arabieren, maar om Afrikanen.

[1] A. Hochschild 1998, King Leopold’s Ghost. A Story of Greed, Terror, and Heroism in Colonial Africa. Houghton Mifflin Company. Boston/New York, p. 172.

[2] Idem, p. 127.

[3] Idem, p. 129.

[4] Idem, p. 175-176.

[5] Idem, p. 176.

[6] Idem, p. 244

[7] Zie een documentaire waarin de hoofdrolspelers van de Amerikaanse en Belgische regering openlijk toegeven hoe ze Lumumba ten val gebracht en vermoord hebben: https://www.youtube.com/watch?v=iJoEJfGcT4o