Analyse strategie verkiezingen van 2017

Inleiding

Sandew Hira
23-2-2017

De verkiezingen van 2017 zijn van groot belang voor de toekomst van Nederland. De PVV staat op grote winst, van 15 zetels nu naar een verdubbeling in maart volgens de peilingen. De andere grote winnaar is Groen Links, die van 4 naar 18 zetels gaat. DENK verschijnt in de peilingen met 2-3 zetels. De grote verliezers zijn VVD (van 41 naar 25) en de PvdA (van 38 naar 11). Er zijn nog vier weken te gaan en er kan nog veel veranderen. Maar als dit de trend blijft – namelijk een forse winst voor de PVV – dan moeten we nu al nadenken over wat het betekent voor de gemeenschappen van kleur en welk antwoord wij willen formuleren op de groei van extreem-rechts.

De betekenis van een overwinning van de PVV

Een mogelijke overwinning van de PVV zal grote gevolgen hebben voor de gemeenschappen van kleur in Nederland. Het zal internationaal gezien worden als de voortzetting van een trend die gezet is door Donald Trump en in Europa navolging vindt bij Wilders in Nederland en Marine Le Pen in Frankrijk.

Het Franse verkiezingssysteem bestaat uit een eerste ronde op 23 april waarin verschillende presidentskandidaten meedoen en een tweede ronde op 7 mei waarin de twee winnaars uit de eerste ronde meedoen. In een peiling van 17 februari 2017 stond Le Pen op de eerste plaats met 26% van de stemmen voor de eerste ronde.

Winst van de PVV zal een enorme boost zijn voor Le Pen zoals de winst van Trump een boost was voor de PVV. En daarmee zal de internationale coalitie van extreem-rechts zich nog meer gesterkt voelen.

Winst van de PVV heeft directe gevolgen op straat voor mensen van kleur, en in eerste instantie voor moslims. De ratten zullen uit hun holen komen. Moslimmeisjes zullen meer dan voorheen aangevallen worden op straat als ze een hoofddoek dragen. Moskeeën zullen nog meer dan voorheen beklad worden met racistische uitingen of in brand worden gestoken. In sollicitatiecommissies zullen PVV aanhangers zich meer dan voorheen gesterkt voelen om mensen van kleur af te wijzen op grond van hun uiterlijk.

Hoewel de PVV haar focus legt bij islamofobie is ze ook racistisch naar de zwarte gemeenschap toe. In de strijd tegen Zwarte Piet is een uitgesproken voorstander van Zwarte Piet en ziet niets in excuses voor het slavernijverleden of herstelbetalingen, zoals trouwens ook gevestigde partijen als de VVD en PvdA.

Bij PVV gaat het dus niet alleen om islamofobie, maar ook om anti-zwart racisme. De winst van de PVV is een aanval op alle gemeenschappen van kleur.

Ons antwoord

Wat zou het antwoord vanuit de gemeenschappen van kleur moeten zijn op deze ontwikkeling? We moeten de verkiezingen gebruiken om de discussie te voeren over de lange termijnstrategie in de strijd tegen racisme en islamofobie en daarnaar te handelen.

Mijns inziens gaat het om vijf trajecten.

  1. Het empoweren, het versterken, van de gemeenschappen van kleur.
  2. Het verbinden van de gemeenschappen van kleur.
  3. Het ontwikkelen van solidariteit met delen van de witte gemeenschap.
  4. Het ontwikkelen van internationale netwerken tegen extreem rechts.
  5. Het ontwikkelen van een focus op racisme en islamofobie.

1. Het versterken van de gemeenschappen van kleur

Het versterken van een gemeenschap van kleur heeft twee dimensies: een geestelijke en een organisatorische. De geestelijke dimensie heeft betrekking op het vergroten van de trots op de eigen identiteit, het zelfvertrouwen, zelfbewustzijn en assertiviteitsvermogen. Dat gebeurt met kunst, cultuur, en educatie. De organisatorische dimensie heeft betrekking op netwerken en organisatiestructuren die opgezet om op te komen voor de eigen identiteit en belangen. Politieke partijen zijn één van die structuren. Ezels, koeien, varkens en kakkerlakken hebben hun eigen partij, de Dierenpartij. Maar tot nu toe moesten gemeenschappen van kleur een eigen politieke partij op landelijk niveau ontberen. Dat is veranderd met de opkomst van DENK en in mindere mate van Artikel 1. DENK profileert zich nadrukkelijk als de stem van gekleurd Nederland, misschien te vergelijken met de slogan Black Lives Matter. Hoewel Artikel 1 voortkomt uit een behoefte in de Afro-gemeenschap aan een eigen politiek geluid, is de profilering meer in de zin van “All Lives Matter”, iedereen is gelijk.

Onze strategie moet zijn het versterken en steunen van eigen politieke partijen die zich nadrukkelijk en zonder enige terughoudendheid presenteren als een stem van de gemeenschappen van kleur.

2. Het verbinden van de gemeenschappen van kleur

De verbinding tussen gemeenschappen van kleur gebeurt op twee niveau’s:

  • Het verbinden van program van eisen van organisaties uit de verschillende gemeenschappen.
  • Het verbinden van netwerken en organisaties met elkaar.

Het verbinden van program van eisen is duidelijk bij politieke partijen. DENK komt voort uit de moslimgemeenschap. Zij heeft in haar partijprogramma actiepunten opgenomen die van belang zijn voor de zwarte gemeenschap. DENK heeft een heel paragraaf gewijd aan anti-racisme en de verbinding met islamofobie gelegd als een strategische zet tegen de PVV. Artikel 1 heeft geen aparte paragraaf of islamofobie en de eisen van de moslimgemeenschap. Dat is jammer. Maar programmatische verbindingen kunnen ook gelegd worden door andere organisaties dan politieke partijen.

De toetreding van Sylvana Simons tot DENK op 18 mei 2016 was een krachtig signaal in de eenheid van moslim activisten en activisten uit de zwarte gemeenschap. Het was het meest radicale antwoord op de PVV. Daarom werd Simons ook zo hard aangevallen. Ze had iets tot stand gebracht dat gevreesd werd door rechtse krachten en zeker niet alleen de PVV: de eenheid van de gekleurde gemeenschappen.

Haar uittreding uit DENK op 24 december 2016 was dan ook een gevoelige klap voor de eenheid in de beweging tegen racisme en islamofobie. Hopelijk zal dit niet leiden tot een verwijdering van zwarte en moslimactivisten en zullen op enig moment weer organisatorische verbindingen worden gelegd.

3. Het ontwikkelen van solidariteit met delen van de witte gemeenschap

De gemeenschappen van kleur vormen een minderheid in de Nederlandse samenleving. Ook al heb je goed georganiseerde gemeenschappen van kleur, die kunnen niet succesvol zijn zonder delen van de witte gemeenschap mee te krijgen in een beweging tegen racisme en islamofobie. Die solidariteit zal gemakkelijker te organiseren zijn, naarmate de gemeenschappen van kleur sterk en assertief zijn. Een zwakke gemeenschap zal witte mensen aantrekken die de beweging tegen racisme en islamofobie gaan domineren en de agenda gaan bepalen. Zij gaan de focus verschuiven van racisme en islamofobie naar anti-semitisch, feminisme en LGTB met het gevolg dat de beweging tegen racisme en islamfobie verwatert en verzwakt achterblijft.

4. Het ontwikkelen van internationale netwerken tegen extreem rechts

In Nederland zijn de gemeenschappen van kleur een minderheid. Op aarde zijn witte mensen de minderheid. De kracht van de gemeenschappen van kleur in Nederland zal sterker worden naarmate we meer internationale netwerken ontwikkelen die de strijd tegen racisme en islamofobie in Nederland ondersteunen en versterken en die strijd zien als deel van een internationale strijd.

5. Het ontwikkelen van een focus op racisme en islamofobie

Alles hangt met elkaar samen, maar niet alles is even belangrijk. In iedere strijd moeten er prioriteiten gesteld worden. In de gemeenschappen van kleur zijn er twee strategische stromingen m.b.t. prioriteitstelling.

Een stroming – waartoe ik behoor en die ik dekoloniaal noem – stelt dat de focus moet liggen op racisme en islamofobie.

Een andere stroming – die ik noem de stroming van intersectionalisten – wil alles op één hoop gooien onder de noemer inclusiviteit: racisme, islamofobie, vrouwenonderdrukking en LGTB.

Inclusiviteit kan twee betekenissen hebben. De eerste betekenis is dat groepen die uitgesloten zijn van een volwaardige participatie in de samenleving meegenomen worden in de ontwikkeling van de samenleving. In die betekenis is inclusiviteit hetzelfde als anti-racisme en dus is het een goede zaak.

Inclusiviteit kan ook de betekenis hebben van alles bij elkaar gooien en alles met elkaar in verband brengen. In die betekenis is het hetzelfde als intersectionalisme. Het gevolg is tweeledig.

Ten eerste, er vindt een focusverschuiving plaats. Racisme en islamofobie staan niet meer centraal.

Ten tweede, er vind deradikalisatie plaats in de strijd tegen racisme en islamofobie en voor dekolonisatie.

Ik vind dat er prioriteiten gesteld moeten worden, zeker in het licht van de uitdagingen die voor ons liggen. De grootste uitdaging is de strijd tegen de opkomst van extreem rechts (PVV). Het gevaar is racisme en islamofobie. Dat moet de focus zijn van de gemeenschappen van kleur. De opkomst van de PVV is geen aanval op de LGTB-gemeenschap of op vrouwen. De winst van de PVV zal geen gevolgen hebben voor de LGTB-gemeenschap, integendeel.

In het verkiezingsprogramma van 2012 schreef de PVV: “We verdedigen onze homoseksuelen tegen de oprukkende islam.” De multiculturele samenleving is een aanval op vrouwen en homo-rechten, aldus de PVV in haar verkiezingsprogramma: “De massa-immigratie is intens schadelijk voor Nederland. Buiten de problemen met de islam die we nu geïmporteerd hebben, zien we een oververtegenwoordiging van niet-westerse allochtonen op het gebied van uitkeringsafhankelijkheid, antisemitisme, homohaat, vrouwendiscriminatie, criminaliteit, overlast, schooluitval en eerwraak.” Haar verkiezingenprogramma van 2017 bestaat uit één pagina en heeft het bovenstaande niet ingetrokken.

In Frankrijk presenteert Marine Le Pen zich als een feminist. In een speech in 2016 is zij de feminist die zich beroept op bekende Franse feministen als Simone de Beauvoir en Élisabeth Badinter en beargumenteert islamofobie en vreemdelingenhaat vanuit het feminisme.

Er is nog een reden om de focus op racisme en islamofobie te behouden en niet over te gaan op de benadering op alles op één hoop te gooien. Het houdt de beweging radikaal en sterk. De intresectionele benadering deradikaliseert en verzwakt de beweging. Dat hebben we gezien in de strijd voor de dekolonisatie van de Universiteit van Amsterdam. Die strijd begon als een radikale strijd om het curriculum te dekoloniseren en is vooralsnog geëindigd in een strijd voor diversiteit. Ik heb dat verhaal uitgewerkt in een kritiek op het rapport dat de Commissie Diversiteit o.l.v. Gloria Wekker heeft uitgebracht.

In het geval van Artikel 1, de partij van Sylvana Simons, komt de de-radikalisering ook tot uitdrukking in hun partijprogramma. Radikale eisen van zwarte activisten zie je terug bij DENK en ontbreken in het partijprogramma van Artikel 1.

DENK heeft de eis van herstelbetalingen opgenomen in haar partijprogramma. Artikel 1 beperkt zich tot de eis dat overheid officiële excuses maak voor het slavernijverleden.

DENK pleit onomwonden vóór het afschaffen van de racistische elementen in de karikatuur van ‘Zwarte’ Piet, overal, zowel in de publieke ruimte als in de private sfeer. Artikel 1 beperkt zich tot afschaffing van Zwarte Piet in de publieke ruimte en de openbare media.

DENK pleit vóór het dekoloniseren van onze straatnamen, bruggen, tunnels en musea, door kolonisatoren niet meer te vereren. Dat is een directe confrontatie met de macht. Artikel 1 zwijgt hierover.

DENK heeft een heel paragraaf gewijd aan anti-racisme en de verbinding met islamofobie. Artikel 1 zwijgt over islamofobie en legt de verbinding met feminisme en LGTB, waar de PVV geen problemen mee heeft.

Hoe verder?

Betekent het bovenstaande dat ik ervoor pleit om vrouwenstrijd en LGTB-strijd van de agenda te halen? Nee natuurlijk niet. Sterker nog, ik pleit ervoor om een dekoloniale analyse te maken van vrouwenstrijd en LGTB-strijd. En dat houdt in:

  • Een kritiek op de Eurocentrische benaderingen van vrouwenonderdrukking en LGTB-onderdrukking. Er zijn buiten de Eurocentrische benadering tal van andere analyses hierover die belangrijk zijn om kennis van te nemen.
  • De bevordering van een discussie over andere niet-Eurocentrische strategieën in vrouwenstrijd en LGTB-strijd.
  • De erkenning dat extreem-rechts feminisme en LGTB gebruikt als instrument om racisme en islamofobie te stimuleren. Die erkenning is volstrekt afwezig in de witte vrouwenbeweging en de witte LGTB-beweging.

De focus leggen op racisme en islamofobie betekent niet dat er geen ruimte is om andere zaken te bespreken. Het programma van DENK is daarvan een goed voorbeeld. Vrouwenrechten en LGTB komen daar ook aan bod, maar de focus ligt op racisme en islamofobie.

De dekoloniale benadering zal ertoe leiden dat sommige intersectionalisten mij voor sexist en homofoob zullen uitmaken. Dat moet dan maar. Uiteindelijk gaat het om de vraag wat de strategie is voor de gemeenschappen van kleur en niet om hoe mensen mij willen framen.

De verkiezingen moeten ons tot nadenken stemmen. Ik hoop dat de activisten van uit de moslim en zwarte gemeenschap de discussie zullen aangaan over de strategische vraagstukken die deze verkiezingen met zich meebrengen en hun inbreng zullen leveren. Het is deel van het proces om de gemeenschappen van kleur met elkaar te verbinden in een situatie waarin er strategische meningsverschillen zijn. Discussie en debat is de enige manier om hieruit te komen en verder te gaan.