Waarom “islamitisch” terrorisme niet bestaat

Wat terroristen wél motiveert: (gevoel van) onrecht

Er zijn verschillende studies uitgevoerd die zich richten op de motivatie van terroristen. Deze komen over het algemeen tot soortgelijke bevindingen: het is het gevoel van onrecht (reëel of gepercipieerd) dat mensen aandrijft tot terrorisme.

Een vaak aangehaalde onderzoek is die van politicoloog Robert Pape. De Noord-Amerikaanse wetenschapper onderzocht 315 gevallen van zelfmoordaanslagen tussen 1980 en 2003 en kwam tot de ontdekking dat 95% van de gevallen niet gemotiveerd waren door religie. Pape concludeert dat de werkelijke oorzaak ligt bij militaire bezetting: “suicide terrorism is mainly a response to foreign occupation”.

Dat is een conclusie die ook gedeeld wordt onder FBI-agenten. Die stellen dat “homegrown terrorists (…) frequently believe the U.S. military is committing atrocities in Muslim countries, thereby justifying their violent aspirations”. Een jaar na de illegale inval van Irak werd dat ook bevestigd door een rapport opgesteld in opdracht van de toenmalige minister van Defensie, Donald Rumsfeld. In het rapport (2004) staat dat als volgt omschreven: “Muslims do not ‘hate our freedom,’ but rather, they hate our policies”. Sindsdien zijn er vele onderzoeken gepubliceerd die tot gelijke conclusies zijn gekomen (zie bijvoorbeeld hier, hier, hier, hier, hier en hier).

Kortom, het is politiek, en niet religie, die mensen motiveert tot het plegen van gewelddaden.

Terroristen: onrecht primaire motivator extremisme

De terroristen beamen bovenstaande onderzoeken. Neem de oprichter van al-Qaida. Osama bin Laden viel naar eigen zeggen de Verenigde Staten (VS) aan uit onvrede over de aanwezigheid van Noord-Amerikaanse troepen in het Saoedische koninkrijk. Dat was voor Bin Laden onacceptabel omdat het land thuis is voor de twee meest heilige steden van de Islam (Mekka & Medina). Bin Laden’s had het daarom tot zijn levensmissie gemaakt om de Noord-Amerikanen te verdrijven uit Saoedi-Arabië.

Of Khalid Sheikh Mohammed. Volgens het 9/11 Commission Report was Mohammad, de architect van de 9/11 aanslagen, niet negatief beïnvloed door zijn studentenperiode in de VS, maar “from his violent disagreement with U.S. foreign policy favoring Israel”. Tevens is dat op te merken bij de nieuwe lichting terroristen – de Syriëgangers. In een eerder stuk schreef ik over de motivatie van jonge Nederlanders om uit te reizen naar Syrië en zich aan te sluiten bij een van de al-Qaida gelieerde doodseskaders. In gesprek met CBS zei de Turks-Nederlandse Yilmaz dat hij gemotiveerd werd door de beelden van onbeschrijflijke pijn en lijden in de oorlog in Syrië en dat hij daardoor “felt the need (…) to stand up and do stuff”. Syriëganger Maher C. ging omdat hij geprikkeld werd door “[h]et onrecht dat zich – veroorzaakt door het onderdrukkende regime van Assad – in Syrië afspeelde”. De conclusie is hier dan ook: een gevoel van onrecht (reëel of gepercipieerd) motiveert mensen om eigenhandig actie te ondernemen (en dus niet religie).