Waarom ik komende verkiezingen denk ga stemmen?

Ik ben geen lid van DENK. Ik ambieer geen positie in welke structuur dan ook. Ik ben een intellectueel en activist die politieke partijen beoordeelt op basis van de vraag welke bijdragen zij leveren in de strijd van de gemeenschappen van kleur voor emancipatie en respect. In activistische kringen leeft de vraag: wat gaan we bij de komende verkiezingen doen en hoe staan we tegenover een partij als DENK? Die discussie wil ik met deze bijdrage stimuleren onder activisten van kleur en mensen die positief staan tegenover onze strijd. Ik zal de komende tijd dan ook reageren op tegenargumenten (niet op emoties) van mensen die de discussie met mij willen voeren.
Ik geef drie hoofdargumenten waarom ik actief zal oproepen om komende verkiezingen op DENK te stemmen. In de discussie zullen dan wel meer argumenten volgen.
Ten eerste, er bestaat geen ideale partij die al mijn dekoloniale principes deelt. Dus moet ik partijen beoordelen ten opzichte van elkaar. Ik beoordeel DENK ten opzichte van de zittende politieke partijen en partijen die een reële kans maken om een zetel te bemachtigen bij de verkiezingen. De vraag is dus niet: is DENK mijn ideale partij, maar welke van de partijen in het huidige krachtenveld behartigen als beste de belangen van de gemeenschappen van kleur. Dus wie zegt dat DENK niet je partij is, moet tegelijkertijd aangeven welke partij volgens jou wel als beste de belangen van onze gemeenschappen behartigt en waarom je dat denkt. Het gaat om de vraag: op welke partij ga je oproepen om te stemmen? Het gaat niet om de vraag: wat is je ideale partij?
Ten tweede, ik hanteer het criterium van moed in het parlementaire systeem. DENK toont aan dat zij in het parlement zonder enige angst racisme in de argumenten van politici van links en rechts kan ontmaskeren, bekritiseren en alternatieven bieden. Dat gaat over een brede linie: hoe om te gaan met de hypocrisie van de vrijheid van meningsuiting, de discussie over slavernij, culturele kaping bij Hindostanen, bescherming van de moskeeën, het vluchtelingenvraagstuk etc. Onze kamerleden van kleur kunnen een voorbeeld nemen aan de moed van de kamerleden van DENK. Iedere verkiezingen komen de gekleurde kamerleden van de andere partijen in onze gemeenschappen bedelen om onze stemmen, maar als het erop aan komt, dan kiezen ze feilloos voor hun eigen goedbetaalde positie in de kamer in plaats van de belangen van onze gemeenschap. Door de PvdA te verlaten, hebben de kamerleden van DENK laten zien dat ze van een andere slag zijn en de moed hebben om daar te gaan waar de andere kamerleden van kleur het laten afweten.
Ten derde, DENK veroorzaakt een verschuiving in de krachtsverhoudingen tussen wit en gekleurd in de samenleving en tussen racistisch en anti-racistisch. Door hun radikale gekleurde geluid in de Kamer – en daardoor in de maatschappelijke discussie in de media – scheppen zij ruimte om discussie te koppelen aan beleid. Een voorbeeld is het debat over het Nederlandse slavernijverleden waarin ze met het beleidsvoorstel zijn gekomen om het oud-Ministerie van Koloniën te veranderen in “Museum van Koloniën”. Dit opent de ruimte voor activisten om handen en voeten te geven aan onze eis voor dekolonisatie van de geschiedschrijving.

Ik kan nog meer argumenten bedenken en ook ingaan op de argumenten die tegen DENK worden gebruikt. Laten we dat maar in de discussie doen.

Sandew Hira